Rookvrije stations zijn een goed voorbeeld voor jongeren, maar het zorgt ook voor aanzienlijk minder fijnstof en overlast voor anderen.
Onderzoek door Trimbos laat zien dat als kinderen anderen zien roken, zij indirect gestimuleerd worden om zelf ook te gaan roken. Voor kinderen en scholieren die via trein, tram, metro of bus naar en van school reizen zijn rokende medereizigers en rokende conducteurs dus een slecht voorbeeld.
Rookvrije perrons en bushaltes zorgen er voor dat niet-roken steeds meer de norm wordt. Maar ook dat niet-rokers minder vaak ongevraagd mee-roken, uit een recent gepubliceerde factsheet blijkt namelijk dat roken zorgt voor een forse toename van fijnstof in de directe omgeving. Zo blijkt bijvoorbeeld dat als er gerookt wordt op horecaterrassen de hoeveelheid fijnstof in de lucht kan oplopen van 8 naar 124 microgram per kubieke meter, met pieken tot 1318 microgram per kubieke meter. Ter vergelijking: de Nederlandse luchtkwaliteitsnormen stellen dat de gemiddelde hoeveelheid fijnstof in een jaar niet hoger mag zijn dan 25 microgram per kubieke meter. Gemiddeld ligt de concentratie fijnstof in steden rond de 12 microgram per kubieke meter.
Ook bij de rookpalen op de Nederlandse stations kreeg je tot voor kort behoorlijk veel fijnstof binnen. Zodra er gerookt werd liep de gemeten hoeveelheid fijnstof omhoog tot rond de 800 microgram per kubieke meter. Als niet-roker kon je dus behoorlijk wat tabaksrook binnenkrijgen.
