Er zijn steeds meer gemeenten die zich aansluiten bij de Rookvrije Generatie, maar hard gaat het nog niet.
Een medewerker van het Trimbos-instituut gaan in op de redenen en achtergronden waarom niet. Zijn betoog: gemeenten vinden het vaak niet nodig of sexy, maar elke gemeente die het goed voor heeft met de gezondheid van haar inwoners, kan hier een goede stap zetten door zich aan te sluiten bij de Rookvrije Generatie.
Gemeenten werken aan Rookvrije Generatie!
woensdag 29 november 2017 | Joost Mulder
Ruim 100 jaar later is het aantal rokers flink teruggedrongen en moeten alle scholen vanaf 2020 volledig rookvrij zijn. De landelijke overheid heeft de afgelopen jaren heel wat maatregelen genomen om het roken tegen te gaan. Gemeenten lopen echter nog niet massaal warm voor preventief tabaksbeleid. Vergeleken met alcohol ligt de aanpak van roken lokaal inmiddels mijlenver achter, terwijl de directe gezondheidsschade van roken veel groter is. Dat is eigenlijk best gek he?
Een nieuw perspectief op gemeentelijk tabaksbeleid
Even wat feiten op een rijtje. Ruim de helft van de rokers sterft nu aan de gevolgen ervan, dat zijn er jaarlijks zo’n 19.000. Roken is sterk verslavend en elk jaar starten 27.000 kinderen met deze verslaving. En van alle risicofactoren die een gezond leven in de weg staan – denk aan hoog cholesterol en overgewicht – staat roken met stip op 1.
Ik krijg wel eens de reactie dat gemeenten weinig kunnen doen aan het terugdringen van roken, omdat de rijksoverheid het tabaksbeleid in Nederland bepaalt. Dat klopt gedeeltelijk ook wel. Enkele belangrijke troeven, zoals de accijns, liggen bij de landelijke overheid. Maar gemeentelijke tabaksontmoediging is zeker zinvol en nodig. Allereerst omdat de problematiek per gemeente verschilt. Het aantal mensen dat sterft aan longkanker ligt in Rucphen 8 keer hoger dan in Winsum. Gemeenten gaan in belangrijke mate over de openbare ruimte. Denk aan speeltuinen, sportterreinen en scholen. Laten dit nu net de ruimtes zijn waar veel jongeren verblijven. Het rookvrij maken van deze ruimtes is preventie pur sang. Ten tweede weten we ook dat roken gezondheidsverschillen vergroot: Lager opgeleiden roker vaker dan hoger opgeleiden. Het terugdringen van gezondheidsverschillen is in veel gemeenten een beleidsdoel. Ongeveer de helft van de gemeenten krijgt daar ook extra middelen voor (GIDS gelden). Zou het niet logisch zijn om risicofactor 1 dan ook op te nemen in de gemeentelijke aanpak?
Ik kan nog wel even doorgaan met argumenten opsommen, terwijl u wellicht denkt: ‘Leuk en aardig, maar mijn gemeente wil helemaal geen beleid maken'. Niet iedereen vindt tabaksbeleid sexy en bovendien zijn er nog velen die gezondheid primair zien als een individuele verantwoordelijkheid en niet een taak van de gemeente. Jammer, want er zijn legio mogelijkheden om met een positieve en breed gedragen strategie de jeugd in de gemeente een gezondere toekomst te geven? De beweging van een Rookvrije Generatie – gericht op de nieuwe generatie die vanaf nu geboren wordt– biedt dit aantrekkelijke perspectief. Geen opgelegd beleid, maar een gezamenlijk gedragen beweging om jongeren ook lokaal de gezonde kansen te bieden die ze verdienen. Dat betekent opgroeien in een rookvrije omgeving waar scholen, speeltuinen en sportverenigingen logischerwijs rookvrij zijn. Zo wordt niet-roken op termijn echt de norm en hebben we over 25 jaar een generatie die niet X of Y maar ‘Generatie rookvrij’ genoemd kan worden.
Rookvrije generatie slaat aan
Steeds meer gemeenten omarmen de Rookvrije Generatie. Voorbeelden zijn Amsterdam, Groningen, Haarlem en Roermond. Vorig jaar hebben we een onderzoek uitgevoerd naar de kansen voor de Rookvrije Generatie binnen gemeenten, het rapport kunt u hier vinden. Gemeenten zijn heel positief over de Rookvrije Generatie maar willen graag geholpen worden bij de uitvoering. Die hulp is er. Vanuit de Rookvrije Generatie, met onder andere een stappenplan en een infosheet, www.rookvrijegeneratie.nl en allerlei concrete interventies. En ook de adviseurs van het gemeenteteam van het Trimbos-instituut ondersteunen gemeenten en GGD-en bij de beleidsontwikkeling.