Malawi en Zimbabwe, twee landen waar de export van tabaksbladeren een aandeel heeft van meer dan 50% van de totale export, worden sinds enkele jaren afgeknepen door de tabaksindustrie.
In deze beide landen worden tabaksbladeren (in balen tegelijk) nog verhandeld via veilingen. Tot 2010 kreeg de gemiddelde tabaksboer nog 1,50 dollar per kilo. Daarna waren de opkopers alleen nog maar uit op de laagste prijs. Balen van hoge kwaliteit krijgen nog 80 cent, waar balen van mindere kwaliteit het met bijvoorbeeld 40 cent moeten doen.
Malawi staat in de top-tien van tabaksproducerende landen. De sector biedt werk aan zeker 350.000 boeren en 70.000 medewerkers, daarnaast werken nog eens zeker 10.000 mensen in verwerkingsfabrieken.
Maar door de lage prijzen die tabaksfabrikanten tegenwoordig over hebben voor de geproduceerde tabak, hebben de regeringen van beide landen zich al genoodzaakt gezien om te protesteren bij de opkopers. De inmiddels overleden president van Malawi beschuldigde hen van het saboteren van de economie en heeft sommige van hen het land uitgezet vanwege uitbuiting van de tabaksboeren.
Omdat de economie van beide landen zo afhankelijk is van deze tabaksexport, voelen beide landen vooralsnog niks voor maatregelen om het roken terug te dringen. De huidige president van Malawi geeft zelfs aan de export uit te willen breiden om de economie niet te schaden.
