Twaalf lidstaten van de Europese Unie hebben een oproep gedaan aan de Europese Commissie om een debat te starten over nicotineproducten, vooral die gericht zijn op jongeren.
De landen, waaronder Nederland, Duitsland en Frankrijk, benadrukken de noodzaak van een EU-brede oplossing om de tabakswetgeving toekomstbestendig te maken en ervoor te zorgen dat nieuwe producten binnen de regelgeving vallen en media-aanbieders meer verantwoordelijkheid nemen voor marketing.
Ondanks pogingen om deze producten minder aantrekkelijk en toegankelijk voor kinderen te maken, zijn ze nog steeds gemakkelijk online beschikbaar en worden ze vaak aan minderjarigen verkocht. Hoewel nicotine zelf niet de doodsoorzaak is zoals tabak, groeit de bezorgdheid over nicotineverslaving.
Nieuw onderzoek van de Deense Nationale Gezondheidsautoriteit toont aan dat nicotinevrije rookproducten expliciet op kinderen en adolescenten gericht zijn en soms een zeer hoog nicotinegehalte bevatten. Dit gebruik veroorzaakt problemen met concentratie en leervermogen en kan de mentale gezondheid van kinderen beïnvloeden, waardoor ze vatbaar worden voor angst en depressie. Vroegtijdig gebruik van deze producten kan ook leiden tot het gebruik van tabaksproducten.
De delegaties pleiten voor een verbod op smaken, een limiet op het nicotinegehalte en een volledig verbod op bepaalde producten. Gezondheidscommissaris Stella Kyriakides omschrijft nicotine als een ‘toegangspoort’ naar andere producten en benadrukt dat de Commissie de prestaties van de Tabaksproductenrichtlijn beoordeelt, vooral met betrekking tot nieuwe en opkomende producten. Hoewel de Commissie al een verbod op gearomatiseerde verwarmde tabaksproducten heeft ingevoerd vanwege hun stijgende consumptie, blijft het een uitdagende taak.
Tijdens de bijeenkomst, voorgezeten door de Belgische vicepremier Frank Vandenbroucke, was er brede steun voor de noodzaak van een update van het wetgevingskader om vaping en andere nieuwe nicotineproducten aan te pakken, hoewel sommige ministers zorgen uitten over de proportionaliteit van de maatregelen.