In Zuid-Korea, waar sinds 1 januari 2015 een rookverbod in restaurants geldt, heeft het Hooggerechtshof unaniem een klacht tegen het rookverbod afgewezen.
De klacht was ingediend door een restaurant-eigenaar, die vond dat het verbod inbreuk maakte op zijn eigendomsrechten omdat de overheid hem niet compenseerde voor de verliezen die hij zou lijden door het rookverbod.
De rechters oordeelden dat er van inbreuk geen sprake was omdat de eigenaar niet was gedwongen om materiaal of faciliteiten in zijn restaurant te veranderen of te verwijderen. Daarnaast dient het verbod het publieke belang van de volksgezondheid.
Opvallend genoeg was dit niet de eerste klacht tegen een rookverbod, maar al de vierde. Het rookverbod in andere openbare gelegenheden dan horeca was al begin dit millennium ingesteld. In 2003 en in 2011 hadden de eigenaren van cybercafés klachten ingediend over het rookverbod, maar die waren beide afgewezen. In 2011 probeerden ook de rokende bezoekers het nog een keer. Ook in dit geval wees het Hooggerechtshof de klachten af.
