Roken lijkt stress te verlichten, maar werkt averechts. Het versterkt depressie, vergroot psychiatrisch risico én verstoort psychisch herstel, zegt Trijnie Rozema.
Hoewel veel mensen denken dat roken helpt tegen stress, laat Trijnie Rozema in haar column zien dat dit juist een misleidend gevoel is. De ontspanning die een sigaret lijkt te geven, komt vooral door het tijdelijk wegnemen van ontwenningsverschijnselen die ontstaan ná de vorige sigaret. Daardoor ontstaat een vicieuze cirkel: elke sigaret verlicht slechts kort het ongemak dat het roken zelf veroorzaakt. Nicotine stimuleert bovendien de aanmaak van dopamine, wat een prettig gevoel geeft en de verslaving versterkt.
Roken heeft ook een diepere, zorgwekkende link met psychische aandoeningen. Mensen met een depressie roken aantoonbaar vaker, maar roken zelf vergroot ook het risico op depressie. Uit onderzoek blijkt zelfs dat het risico op schizofrenie met 53% tot 127% toeneemt bij rokers. Stoppen met roken kan psychische klachten juist verlichten, al is de eerste fase met ontwenningsverschijnselen soms zwaar.
Rozema benadrukt dat een rookvrije zorgomgeving niet alleen de fysieke gezondheid ten goede komt, maar ook het psychisch herstel ondersteunt. Maar stoppen met roken vraagt serieuze begeleiding, vooral voor mensen die al kampen met psychische kwetsbaarheid. Juist zij verdienen extra steun bij het doorbreken van deze hardnekkige verslaving.
