Nicotinesticks

Recente onderzoeken tonen aan dat nicotinesticks zonder tabak tot 25 keer de veilige nicotinegrens bevatten, met risico’s op verslaving, hartkloppingen en irritatie.

In een reeks recente publicaties komt duidelijk naar voren dat nicotinesticks zonder tabak – gebruikt in verwarmingsapparaten – aanzienlijk meer nicotine afgeven dan veilig bevonden door gezondheidsautoriteiten. Het RIVM constateerde dat de uitstoot van deze sticks tot wel 18 tot 25 keer hoger ligt dan de advieswaarde van 0,028 mg per stick, wat kan leiden tot een versnelde hartslag en irritatie van de luchtwegen.

Deze producten, waaronder merken van Philip Morris en British American Tobacco, vallen buiten bestaande Europese tabakswetgeving omdat ze geen tabak bevatten. Daarom pleit het RIVM voor nieuwe regels die maximale nicotine-emissielimieten afdwingen en ze onder de Tabaks- en rookwarenwet brengen.

In de media wordt benadrukt dat deze sticks vooral jongeren kunnen aanspreken door smaakjes en verleidelijke verpakking, en zo de trend van vapeverslaving onder jeugdigen stimuleren. Door het ontbreken van Europese regelgeving wordt opgeroepen om landelijke of Europese limieten in te stellen. Ook wordt gewaarschuwd voor de toxische niveaus die gemeten zijn, tot wel 25 keer boven de veilige grens.

Het RIVM-kennisrapport verduidelijkt dat Levia- en Veo-sticks gemiddeld 0,7–1,0 mg nicotine per stick afgeven, terwijl maximaal 0,028 mg is aanbevolen. Daarnaast brengt het gebrek aan vermelding van nicotinegehalte op verpakkingen extra onduidelijkheid en risico’s met zich mee. Experts van Trimbos waarschuwen dat de tabaksindustrie met dit soort alternatieve nicotineproducten een ‘sluiproute’ creëert om regelgeving te omzeilen en nieuwe rookverslaafden aan te trekken. Het RIVM pleit dan ook voor striktere wetgeving, milieu-eisen, waarschuwende etikettering en regulering op Europees niveau.

Bronnen

Reactie politiek

Meldpunt
Word lid