Column Noks Nauta | In 2011 zijn we gestart met de ambitie een Rookvrije Generatie te realiseren in 2030. Hieronder het toekomstige gesprek met kleindochter zoals we dat voor ogen hadden.
Mijn kleindochter van 14 vraagt: Oma, ik zie op oude foto’s vaak mensen met een wit stokje in hun mond. Wat is dat?
Ik (dan 82): dat zijn sigaretten, die rookten ze.
Kleindochter: Roken? Waarom deden mensen dat dan?
Ik: Ze zeiden dat ze dat lekker vonden. Er kwam door het roken een stof in hun lichaam, waar ze blij en rustig van werden.
Kleindochter: Lijkt me prettig. Waarom doet niemand dat nu meer?
Ik: Omdat het voor die mensen ook heel slecht was: ze kregen er vaak allerlei ziekten van, zoals hartziekten en longkanker en nog veel meer. En omdat de mensen die zelf niet rookten er ook last van hadden. Bijvoorbeeld op straat, op tramhaltes en op terrassen. Dan zat je zonder het te willen in de rook. Dat stonk. En bij ingangen van gebouwen stonden mensen te roken, ook bij ziekenhuizen.
Kleindochter: O, wat vervelend, zeg! Rookte jij of had je er last van?
Ik: Mijn ouders rookten, ik vond dat als kind al zo vies! Ik heb nog nooit een sigaret aangeraakt. Ik had er veel last van. Het stonk niet alleen, maar ik werd later ook heel benauwd ervan. Ik kreeg regelmatig een enorme hoestaanval. Ook als ik mensen tegenkwam die net gerookt hadden. Soms kwam ik heel benauwd een ziekenhuis binnen omdat de rokers vlak voor de ingang stonden. In de wachtkamer van de huisarts zaten wel eens mensen met de rook nog in hun kleren. Ik ging dan ook vreselijk hoesten.

Kleindochter: Dat lijkt me heel naar, oma! En vond iedereen dat dan zomaar goed? Wat zeiden dokters daarvan? Gingen ze niet meteen alle rokers wegsturen en borden neerzetten? En we hebben toch ook ministers die voor de gezondheid zorgen? Wat deden die dan? Waarom werden sigaretten niet gewoon verboden?
Ik: Er was veel discussie over. In mijn jeugd mochten mensen overal roken, ook in grote delen van de trein en op hun werk. Daar hebben ze toen eindelijk wat aan gedaan. Vanaf 2004 (toen was ik al 56) kregen we eindelijk recht op een rookvrije werkplek en zijn bijvoorbeeld de treinen rookvrij geworden. In cafés mocht er nog heel lang een aparte rookruimte zijn. Maar die was natuurlijk nooit helemaal af te grenzen van de rest van de ruimte. In 2018 was daar nog een rechtszaak over. Er is heel veel over gepraat.
Kleindochter: Een rechtszaak? Waarom is er zoveel discussie over en waarom gaan mensen naar de rechter? Het is toch heel duidelijk allemaal? Ik begrijp niet hoe het kan dat het allemaal zo lang heeft geduurd. Als iemand ergens gif verspreidt en er worden mensen ziek van, dan moet er toch meteen ingegrepen worden?
Ik: Ja meisje, het is volgens mij ook heel duidelijk.
Kleindochter: Oma, wat moet ik later gaan studeren om te zorgen dat dit soort situaties niet meer voorkomen? Ik wil dat iedereen gezond kan leven! En als je weet dat iets zó schadelijk is, dan doe je daar toch meteen iets aan?
…… Als oma sta ik met de mond vol tanden, hoe leg ik dit aan mijn kleindochter uit? Ik ben het helemaal met haar eens.